Behoud écht menselijk zorgcontact!

Hoogleraar Saskia Haitjema ziet dat de huidige generatie dokters het moeilijk heeft. Dokters werken met algoritmes om bijvoorbeeld een diagnose te stellen. Maar zijn mensen eigenlijk wel te vangen in datapunten? En wat zeg je tegen een patiënt als het algoritme het niet zeker weet? Daar kan deze generatie dokters niet mee omgaan, merkt de hoogleraar. ’10 jaar terug ging het om het contact tussen arts en patiënt. Nu gaat het om het contact tussen arts en het systeem. En dat botst.’

Portretfoto Saskia Haitjema
Dr. Saskia Haitjema

Gezondheid laat zich niet in louter algoritmes vangen

De Amsterdamse Saskia Haitjema zit niet stil. De kersverse 44-jarige hoogleraar is net terug van een congres over de schaduweffecten van algoritme-ziekenhuizen, de digitale ziekenhuizen voor standaardgevallen. Ze maakt zich zorgen. Google en andere techgiganten gebruiken kunstmatige intelligente robots en big data-applicaties voor massaproductiebehandelingen. Die behandelen ze in eigen centra. 

Wat zijn je zorgen? 

De wachttijden zijn korter en de prijzen zijn acceptabel doordat zorgverzekeraars scherp met tech-giganten onderhandelen. 
‘Misschien is het handig om eerst te vertellen dat ik van de generatie ben van vóór de digitaliseringsgolf. Deze techbedrijven vereisen dat nu ook onze fysiologische en emotionele processen continu worden geanalyseerd. Maar de vraag is of je gezondheid eigenlijk wel kunt vangen in datapunten. Ik denk dat we met dit dataïsme iets belangrijks zijn kwijtgeraakt. 10 jaar terug was er meer menselijk contact dan contact met systemen die louter draaien op kunstmatige intelligentie. Juist het gesprek tussen arts en patiënt en de kwaliteit daarvan was een belangrijk onderdeel van de behandeling. In algoritme-ziekenhuizen communiceren ze tegenwoordig allemaal op niveau 1.’

Wat betekent dit voor de huidige generatie dokters?

‘Gezondheidszorg is werken met onzekerheid. Je redeneert altijd vanuit een lijstje met mogelijke diagnoses, ziekte en gezondheid betekenen wat anders voor elke individuele patiënt. De nog jongere generatie, die na mij is gekomen, kan daar niet goed mee omgaan. Ze willen één antwoord: het algoritme moet het zeker weten. Deze generatie dokters accepteert niet meer dat het algoritme het niet zeker weet. Leren omgaan met onzekerheid en daarover het gesprek aangaan met de patiënt, durven ze steeds minder. Maar juist het leveren van beargumenteerd en gefundeerd diagnostisch en behandelmaatwerk, dat is toch waar het in de kern om draait als arts? Hoe en wanneer wijk je af van regels in een standaarddiagnose? Daarom zie je nu ook niveau 3 en 4-ziekenhuizen. Zij zetten de mens centraal. Maar dat botst met de systemen.’ 

Maar de zorgkosten zijn op niveau 1 en 2 toch betaalbaar? 

De arts heeft ook een tijdtarief per kwartier. Dus standaardisatie van de gezondheidszorg en normen over wat gezondheid is, zijn wel belangrijk.
‘Ja en nee. Natuurlijk moet je veel standaardiseren, wil je grootschalig mensen verantwoord kunnen helpen. Maar als het over gezondheid gaat, zijn normen juist persoonsafhankelijk. Wie is gezond? De Body Mass Index is relatief en moet worden bezien in de context van elke individuele casus. Er zijn vele positieve uitzonderingen van mensen die niet aan de normen voldoen maar wél gezond zijn en blijven. De vrijheid van de persoonlijke aanpak is de laatste jaren behoorlijk onder druk komen te staan.’ 

Wat betekent dat voor onze ziekenhuizen? U coördineert toch de big data en digitaliseringsontwikkelingen?

‘Ik zie in veel ziekenhuizen een botsing tussen systemen en maatwerk. Zij beginnen zich te realiseren dat ze in hun denken over het structureren van werkprocessen vooral bureaucratische principes hanteerden. Maar automatiseren van processen stimuleert bureaucratie en creërt afstandelijkheid. Voor je het weet bezuinig je de nabijheid van mensen die er voor elkaar willen zijn, met de bijbehorende persoonlijke normen en waarden, juist weg uit de zorg.

Wij hebben in ons huis gekozen voor een radicaal andere werkwijze, waarbij we elke unieke patiënt centraal zetten. Dat noemen we People Centered Robotic Process Automation. Daarnaast hebben we bewust ingezet op het verminderen van de hiërarchie en open kennisdeelprocessen.’ 

En nu?

‘Onze kennis- en innovatieafdeling is nu aangevuld met een Knowledge Sharing Center waarbinnen we multidisciplinaire praktijkgroepen hebben ingericht om te leren. Daarin worden verdiepende maatwerkcases verkend om het fingerspitzengefühl en de bijbehorende impliciete kennis die medewerkers in alle functies hebben opgedaan, expliciet te maken en om te zetten in maatwerkaanpakken. Dat heeft ook behoorlijke efficiencywinst opgeleverd, naast een betere kwaliteit dienstverlening. Onze patiënttevredenheid schoot omhoog, mensen voelden zich weer ‘gezien’, met al hun persoonlijke normen en waarden. Echte ‘value based health care’. 

Verder hebben we ook onze eigen mensen centraal gezet en zijn we nagegaan hoe we hun menselijke competenties kunnen ondersteunen met kunstmatige intelligentie. Dat heeft een positieve sfeer gecreëerd waar ik trots op ben.’

Zie hier de 4 niveaus waarop artsen en patiënten met elkaar omgaan

Niveau 1: Het mechanisch niveau 

De patiënt komt binnen met een kapot onderdeel, de arts repareert dat. Het is de plicht van de arts om het probleem op te lossen.

Niveau 2: Relatie met gedrag 

De arts kijkt niet alleen naar het kapotte onderdeel maar ook naar de relatie tussen het kapotte onderdeel en het gedrag van de patiënt. Is er bijvoorbeeld iets stuk in het lichaam door teveel eten? De arts wijst de patiënt op een dieet.

Niveau 3: Waarom en waardoor?

De arts helpt de patiënt nadenken waarom de patiënt datgene doet waardoor het onderdeel kapot is. Rookt de patiënt, dan kan de arts de patiënt helpen onderzoeken wat de reden is dat de patiënt blijft roken.

Niveau 4: Wie ben ik? 

De arts helpt de patiënt bij het verkennen van de vraag: wie ben ik? De arts leert de patiënt contact te maken met zichzelf. Passen ongezonde karaktertrekken daar nog bij? Het gaat niet meer alleen over de symptomen, maar over het hele welzijn.

Artsen willen graag vanuit de niveaus 3 en 4 werken. Maar het systeem drukt ze naar niveau 1 en 2.

Uit het boek: Presence van Peter Senge (2027)

Dr. Saskia Haitjema werkt anno 2033 bij het Universitair Medisch centrum Utrecht als hoogleraar Digitalisering in de zorg.

Dit is een artikel uit de Toekomstkrant, geschreven alsof het 2033 is. Zie deze versie van de Toekomstkrant als een eenmalige uitgave ter introductie van deze website.